Storytelling: ben jij een Sultana of een huismerk fruitbiscuit?

Mijn allereerste bijbaantje had ik in de koekjesfabriek van Van Delft in Harderwijk. Als 16-jarige pakte ik koekjes in aan de lopende band. Alles kwam voorbij. Van likkoekjes tot heel veel pepernoten in juli… 

Ik leerde o.a. hoe fruitbiscuits werden gemaakt. Ze legden een lange weg af in een enorme machine waar ze moesten drogen voordat ze verpakt werden. 

Ik volgde de machine tot het einde en zag dat dezelfde koekjes twee verschillende verpakkingen kregen. Voor Sultana een Sultana verpakking, maar diezelfde koekjes werden ook als huismerk fruitbiscuits van de Albert Heijn verpakt! 

Ik was verbolgen! 😂 Het zijn dezelfde koekjes! En toch moest je voor de één meer betalen dan de ander. Vanaf toen kocht ik dus nooit meer een A-merk. Een mooie les voor een 16-jarige. 

Maar ik vond het tegelijk ook fascinerend. Hoe kwam het dat we die koekjes eigenlijk meteen Sultana’s noemden en niet fruitbiscuits? Net zoals we eerder Luxaflex zeggen in plaats van jaloezieën? Wat doen zij anders? 

De merknamen zijn letterlijk in ons hoofd geplant. Het verhaal is in ons hoofd geplant. Ook al is het product hetzelfde; het verhaal maakt het verschil voor onze keuze. Sultana is al jaren een ‘verantwoord tussendoortje’. Dat moet dan toch wel goed zijn. We kiezen voor Sultana omdat het ons een goed en vertrouwd gevoel geeft. 

Wat kunnen we hiervan leren voor ons eigen merkverhaal?

De twee waarde-elementen van een product of dienst

Elke dienst, product of idee heeft twee elementen. Je hebt het koekje, de rationele feiten, het product, het logische voordeel om tot aanschaf over te gaan. Je moet je honger ergens mee stillen. 

En dan heb je het goede gevoel wat de aanschaf jou geeft. Dat is waar de echte waarde ligt! Je kiest voor het vertrouwde gevoel van Sultana boven een huismerk. Terwijl het dezelfde koekjes zijn. Puur omdat de verpakking communiceert dat het een verantwoorde keus is. Bij Sultana weten ze heel goed op welk gevoel ze willen inspelen en dit doen ze dan ook consequent. 

Mensen gaan af op gevoel, dan pas op de feiten

Ik zie veel ondernemers zeggen hoe goed hun product of dienst is. En ik zie ook vaak dat dat niet werkt. Waarom niet? Als mensen geen gevoel bij je product of dienst hebben dan hebben ze er minder een connectie mee. En hebben ze die connectie bij de concurrent wel; weg klant! 

Die connectie bereik je alleen door product + gevoel te combineren. Als het goed is zijn mensen al op zoek naar koekjes, dus daar hoef je je ze niet van te overtuigen… 

Conclusie: zet storytelling in voor je bedrijf

Natuurlijk, maak een solide product of dienst. Maar vergeet het verhaal er omheen niet te vertellen. Want dát wordt juist herinnerd. En komt naar boven als de klant moet kiezen. Hoe ziet de wereld eruit na jouw product of dienst? Gezonder? Duurzamer? Mooier? 

Want jij bent niet zomaar een fruitbiscuit, je bent een Sultana😉. Ook al lever je hetzelfde product, het gevoel wat je mensen geeft is anders dan bij je concurrent. Vertel en laat dat zien in je verhaal. Vertel bijvoorbeeld je geschiedenis of je visie eens. Zodat je klanten het juiste gevoel krijgen bij jouw bedrijf. Laat je kernboodschap in alle communicatie terugkomen. Dat heeft Sultana met hun nieuwe #datvoeltgoed campagne wel heel duidelijk uitgevoerd. We voelen ons immers goed na een verantwoord tussendoortje.

Dat is de kracht van branding. Zo simpel kan het zijn. Welk gevoel wil jij je klanten geven? Laat dat zien!